Transitie in de zorg: de veranderaar en zijn metamorfose van ‘lonely wolf’ naar ‘kuddedier’ (Demo)

Joris

Het thema verandering is hot in de zorg, de meesten zijn het eens, voor houdbaarheid moet het roer radicaal om. Onder de noemers als transitie of revolutie moet het systeem onder het mes. Persoonlijk kick ik wel op verandering, omdat ik graag bezig ben met creëren van iets nog niets bestaands en ik wil graag voorloper worden in dit veld. Dat zijn mooie ambities, maar daarbij komt bij mij toch ook de vraag op of je wel voorloper kan zijn. Want hebben wij enige invloed op de richting waarin we gaan of is ons geduw en getrek allemaal verspilde energie?

Laten we om deze vraag te beantwoorden eerst eens kijken wat er nodig is voor zo’n revolutie. Hierbij spelen 3 belangrijke factoren een rol (Zuboff, 2002). Ten eerste het ontstaan van nieuwe behoeften die door het bestaande systeem niet kunnen worden ingevuld. Ten tweede de ontwikkelingen in techniek waarmee het mogelijk wordt om die nieuwe behoefte wel in te vullen. En als derde nieuwe opvattingen over organisatievormen die bedrijven en individuen op een heel nieuwe manier samenbindt, waardoor de nieuwe behoeften wel kunnen worden ingevuld.

Momenteel zijn alle drie de factoren duidelijk vertegenwoordigd. Ondergronds vindt er een veelvoud aan stille revoluties plaats. Het geloof van de mens
 in een ‘op schimmige kredieten gefundeerde’ economie ebt snel weg. Men gelooft steeds minder in oplossingen vanuit geïnstitutionaliseerde hoek. In plaats daarvan vinden gelijkgestemde zielen elkaar steeds beter via (sociale) netwerken waarin zonder hiërarchie ieders belang gediend wordt. Het is een revolutie van iedereen, zonder charismatische leider, van ego naar eco. Er ontstaat een ecosysteem waarin intrinsiek gemotiveerde mensen initiatief nemen om kennis en middelen te ruilen. In deze ecosystemen is iedereen gelijk, en dit wordt ook binnen organisaties steeds meer geëist. Deze worden platter en overal ontstaan dynamische netwerkorganisaties, gevoed door slimme technologie.

De transitie in de langdurige zorg gaat mee in deze trend. Het beoogt een ecosysteem waarin zorgtaken spontaan door burgers worden ingevuld. Een mooie gedachte die aansluit bij de tijdgeest. Waar naar mijn idee echter een kink in de kabel zit, is het verschil tussen revolutie en transitie. Een revolutie borrelt namelijk van onderen op, bij individuen, en begint bij persoonlijke behoefte aan verandering en daaropvolgend de bereidheid tot actie. Transitie daarentegen is een top-down verandering waarbij in dit geval de overheid de verandering inzet. Dit subtiele verschil is nou juist de essentie van de verschuiving die we doormaken.

Er is maar weinig zo paradoxaal als geregisseerde spontaniteit en dat is in mijn ogen waar deze transitie nu op neer komt. Ik ben dus geneigd te veronderstellen dat bij transitie de maakbare toekomst van de veranderaar het onderspit delft. Voor echte verandering moet het hopen dat het ongenoegen bij het volk leidt tot een stille revolutie. Een revolutie van slimme start-ups, peer-to-peer netwerken die niets anders doen dan het faciliteren van gemotiveerde individuen. Hiervoor hebben we zelf de touwtjes in handen.